activerende werkvormen en experimenten


  • Maak je eigen long!

PROBLEEMSTELLING:

Hoe knutselen we een long in elkaar?

ONDERZOEKSVRAAG:

Op welke manier gebeurt de buikademhaling?

Je lichaam heeft zuurstof nodig. Zo krijg je energie. Zuurstof komt in je longen als je ademhaalt en daarna in je bloed. Je hart pompt het zuurstof door je lijf heen. Met dit proefje zie je hoe een long ademhaalt!

WERKWIJZE

Dit heb je nodig:

- Plastic fles
- Punaise
- Twee ballonnen
- Rietje
- Elastiekje
- Kneedgum

Dit moet je doen:

1. Maak met een punaise een gat onderin de plastic fles. Knip de onderkant van de fles af.
2. Leg een knoop in het tuitje van de ballon. Knip de andere kant van de ballon af.
3. Span de ballon over de onderkant van de plastic fles die nu opengeknipt is. De tuit moet aan de buitenkant zitten.
4. Stop een rietje in de tuit van een tweede ballon. Stop een elastiekje om de rand heen om deze ballon goed op zijn plek te houden.
5. Duw deze tweede ballon met het rietje in de fles. Laat het rietje een stuk uitsteken.
6. Plak de bovenkant van de fles dicht met kneedgum. Trek voorzichtig aan de ballontuit aan de onderkant van de fles.

WAARNEMING

Wat zie je?

Er komt meer lucht en ruimte in de fles. De ballonnen worden groter.

VASTSTELLING

Hoe kan dat?

Als je aan de ballon aan de buitenkant trekt, komt er meer lucht en ruimte in de fles. De lucht stroomt door het rietje bij de ballon in de fles naar binnen. Deze zet uit om de ruimte op te vullen. Laat je de buitenste ballon los, dan krimpt de ballon weer. Hij loopt leeg. Je longen doen precies hetzelfde als ze in- en uitademen!

We zien hoe de buikademhaling werkt. De buitenste ballon fungeert als het middenrif.

BESLUIT

Je ademt door je neus of mond zuurstof in. Via je keel en luchtpijp komt dit bij je longen terecht, zoals het rietje in dit proefje. Je longen worden gevuld met nieuwe lucht, net als de ballon in de fles. Je middenrif, het stuk buik onder je longen, beweegt op een neer. Hierdoor krijgt je borst ruimte en daarmee ook je longen. Dit werkt hetzelfde als de buitenste ballon in deze proef.

Er ontstaat een onderdruk in de longen waardoor er lucht naar binnen wordt geduwd.

https://schooltv.nl/video/ademhalingsproef-een-proef/



  • De proef met de spirometer

Meten van het longvolume.

Uitleg in deze twee videofragmenten:


  • Maak zelf een stethoscoop

---> Ideale proef die je met de leerlingen kan doen om stil te staan bij de bouw van het hart en de werking van de hartkleppen. 

Het bloed stroomt altijd in dezelfde richting. Daarvoor zorgen de vier hartkleppen. Deze 'klapdeuren' dwingen het bloed door hartboezems en -kamers en door de aders. Deze deuren klappen telkens met een droge tik dicht. Met zijn stethoscoop beluistert de dokter dit getik.

Dit heb je nodig op een stethoscoop te maken:

• schaar

• plastic trechter

• plastic slang

• T-verbindingsstuk

• kleeflint

• chronometer

Zo ga je te werk:

1. Knip van de slang drie stukken van 30 cm af

2. Sluit één stuk slang met het ene eind aan de trechtertuit aan en met het andere eind aan de T-verbinding en maak alles stevig met de kleefband vast.

3. Bevestig de twee andere stukken slang met kleefband aan de Tverbinding.

4. Je stethoscoop is klaar! Vraag aan een vriend of hij een minuut lang wil hollen. Hou dan de trechter tegen zijn borst (een beetje aan de linkerkant) en stop de twee eindjes slang in je oren. Chronometreer zijn hartslag tijdens één minuut.

5. Doe dit nu nog eens nadat je vriend wat gerust heeft. Gaat zijn hartslag even snel?


  • Pomp als een hart

---> Proef die je samen met de leerlingen kan doen in de vorm van een wedstrijdje. We staan door deze proef stil bij de pompwerking van het hart en de bloedcirculatie

Eén hartslag stuwt ongeveer 150 ml bloed door de aderen (bij iemand die rust)! Een volwassenenhart klopt 60 tot 80 maal per minuut.

Dit heb je nodig:

• beker van ongeveer 150 ml

• twee plastic teilen

• water

• chronometer

Zo ga je te werk:

Probeer het water van de ene teil in de andere krijgen. Hiervoor moet je 70 bekers water per minuut scheppen, want dat is wat het hart doet. Lukt het jou? En hou je dit tempo lang vol? Je armspieren worden veel vlugger moe dan je hart! Onze hartspier is iets heel bijzonders: hij pompt heel ons leven lang, onvermoeibaar, zonder ophouden.


  • Je hart sneller laten slaan

Zit rustig op een stoel. Tel hoe vaak je inademt in één minuut. Controleer het aantal keer dat je hart slaat. Maak daarna tien snelle kniebuigingen. Controleer opnieuw je ademhaling en hartslag.

---> Proefje dat kan dienen als inleiding op 'waarom is sporten gezond?'. We bekijken na deze proef waarom het hart nu juist sneller gaat slaan.


  • Meten van de borstkas bij in- en uitademen

---> Proefje dat kan dienen als inleiding tot een les over het ademhalingsstelsel.

Neem een meetlint. Adem uit en meet de omtrek van je borstkas. Noteer het resultaat.

Adem nu diep in en meet de omtrek van je borstkas op dezelfde plaats. Noteer het resultaat.

Wat stel je vast?

Wanneer je uitademt heb je minder lucht in je longen en is je borstkas smaller. Wanneer je inademt heb je lucht in je longen, je borstkas is breder.


  • Adem uit voor een spiegel.

Wat zie je op de spiegel?

Wat stel je vast?

Wanneer we uitademen, ademen we ook vocht uit.


  • Een mens heeft zuurstof nodig om te overleven.

Steek 2 kaarsen aan. Plaats daarna over 1 kaars een glas.

Wat stel je vast?

De kaars zonder zuurstof gaat uit.


  • Hartslag meten

Zoek op je lichaam nog plaatsen waar je je hartslag kan meten. Welke plekken heb je gevonden?

De hals en pols.


  • Stromen van het bloed

Houd allebei je hoofd 20 seconden tussen je benen. Bekijk daarna elkaars hoofd.

Wat stel je vast?

Je hoofd wordt rood. Het bloed stroomt naar het hoofd.


Machteld Van den Brande (Antwerpen, 2020)
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin